het handgereedschap zelfst.naamw. Afbreekpatroon: hand·ge·reed·schap Verbuigingen: handgereedschappen (meerv.) Verbuigingen: handgereedschapje (verkleinwoord) gereedschap dat met de handen wordt bediend Voorbeeld: 'Een stukje handgereedschap.' . 4 definities...
1) Accuboormachine 2) Accuschroevendraaier 3) Appelboor 4) Avegaar 5) Bacho 6) Bandenspanningsmeter 7) Bankhamer 8) Beitel 9) Beugelzaag 10) Bezem 11) Bikhamer 12) Bilhamer 13) Bladhark 14) Blikschaar 15) Blindklinktang 16) Blokhaak 17) Blokschaaf 18) Blokvijl 19) Bokkenpoot 20) Bolhamer 21) Bolschaaf 1) Niet-gemotoriseerd gereedschap 2) Niet-elektrisch gereedschap 
Werktuigen die je tijdens het werken in je hand houdt. Bijvoorbeeld een snoeischaar of mes. 
Syn.: elektrisch gereedschap ; handwerktuig Def.: handwerktuig
Alle gereedschappen die met de hand worden bediend of geleid.
Handgereedschap is gereedschap dat de gebruiker zonder specifieke maatregelen kan hanteren en hem niet belemmert om binnen vijf seconden de gevarenzone (zone A) te verlaten